El grupo musical Los Romeros de la Puebla se originó en el pintoresco pueblo de La Puebla del Río, en la provincia de Sevilla, España. Fundado en 1968, su historia es un fascinante viaje desde la simplicidad de sus raíces hasta convertirse en una de las formaciones más emblemáticas de la música flamenca y las sevillanas.
Los fundadores fueron cuatro jóvenes amigos: Juan Díaz, José Manuel Moya, Ángel Rivas y Faustino Caballero. Todos ellos compartían una profunda pasión por la música tradicional andaluza, y su principal objetivo era rescatar y preservar las raíces de las sevillanas y el flamenco, géneros tan arraigados en la cultura andaluza.
En 1969, apenas un año después de su formación, Los Romeros de la Puebla grabaron su primer álbum: “Sevillanas del Adiós”. Este trabajo fue un éxito inmediato y catapultó al grupo a la fama nacional. La canción homónima, "Sevillanas del Adiós", se convirtió en un himno escuchado en todas las ferias, romerías y celebraciones de Andalucía y del resto de España.
Los Romeros de la Puebla son conocidos por su estilo inconfundible que mezcla letras cargadas de sentimiento y melancolía con ritmos alegres y pegajosos. Sus canciones son narrativas que cuentan historias de amor, desamor, amistad y vida cotidiana, todas adornadas con una gran riqueza poética.
El grupo ha lanzado más de 40 álbumes a lo largo de su carrera, cada uno
Ver BiograFia Completa
Ik loop over straat met de zon in mijn knopen
Een lucht zo mooi als ik nog nooit heb gezien
Een oude hit uit een raam en de ruis in de bomen
En opeens dat gevoel weer: het kan nog misschien
En meisjes en jongens op fietsen en brommers
Met grote verlangens en het hart op de tong
Nee, het is niet te laat, we zijn met de meesten
Die niets anders hoeven dan hun hoofd in de zon
Alles komt terecht
We zijn er nog niet
Maar we zijn onderweg
Alles komt terecht
We beginnen pas
We beginnen nu pas echt
Dit wordt al eeuwenlang vurig bevochten
De mensen willen wel als je ze laat
Het licht in de ogen, het recht en de vrijheid
Om met hun hoofd in de zon te kunnen lopen op straat
Alles komt terecht
We zijn er nog niet
Maar we zijn onderweg
Alles komt terecht
Het moet en het zal op een dag in het najaar
Met een lucht zo mooi als je nog nooit hebt gezien
Een oude hit uit een raam, de ruis in de bomen
En opeens dat gevoel: het kan nog misschien
Alles komt terecht
We zijn er nog niet
Maar we zijn onderweg
Alles komt terecht
We beginnen pas
We beginnen nu pas echt