Mar De Copas nació en 1992 en Lima, Perú, una ciudad inmersa en contradicciones y rebosante de vida cultural. Formado por Manolo Barrios y Toto Leverone, ambos exintegrantes del grupo Los Inocentes, la banda buscaba navegar en los mares del rock alternativo, con la intención de capturar almas a través de melodías envolventes y letras introspectivas.
En 1993, Mar De Copas lanzó su primer álbum autotitulado. Canciones como "Mujer Noche" y "Un Día Sin Sexo" se convirtieron en himnos instantáneos del rock peruano. El éxito de este debut no solo les abrió las puertas de la escena musical de Lima, sino que también los puso en el mapa musical del país.
La formación inicial de la banda estuvo compuesta por:n
En 1994 lanzaron su segundo álbum, Entre los Árboles, el cual consolidó su estilo y trayectoria musical. Temas como "Prisión" y "El Rumor de los Seres Marinos" demostraron la capacidad de la banda para mezclar rock con lírica poética, creando paisajes sonoros que resonaban en la juventud peruana.
Si algo caracteriza a Mar De Copas, es su habilidad para crear canciones que son tan melodiosas como melancólicas. Manolo Barrios y Toto Leverone lograron una química musical única, que se refleja en Ver BiograFia Completa
Dit wordt geen lied van toen ik jou
Want ik kende je allang
't Wordt ook geen nu blijf ik maar hopen
Want het wordt niets ben ik bang
't Is ook geen dus blijf ik maar zingen
Hoogstens een wat ik niet vertel
't Is een veel te laat
een nooit goed zeggen kon
Maar dat vertel ik je nog wel
Ik zal je jaren ver van hier
Misschien vertellen hoe het was
Misschien zal ik dan zeggen
Misschien nog veel later pas
Maar ik zal je jaren ver van hier
Misschien vertellen hoe verliefd ik op je was
Dit wordt geen onderaan je raam
Hoogstens een waar je dan ook bent
En dat ik hoor hoe jij een ander zegt
Die jongen heb ik ooit gekent
Ik zal je jaren ver van hier
Misschien vertellen hoe het was
Misschien zal ik dan zeggen
Misschien nog veel later pas
Maar ik zal je jaren ver van hier
Misschien vertellen hoe verliefd ik op je was
(Nanananaaa...)
Dit is geen ieder een andere kant op
We mochten nooit hetzelfde pad
En geen ineens liet ik jou hand los (niet)
Ik heb je hand nooit vast gehad
Maar ik zal je jaren ver van hier
Misschien vertellen
Hoe het was