El Tambor de la Tribu, formó parte de la vibrante escena musical de Guatemala a partir de la década de 1990. Fue en marzo de 1994 cuando un grupo de amigos apasionados por la música decidió unir sus talentos para dar vida a una banda que fusionara ritmos rockeros con las raíces latinas de su tierra. En sus inicios, la agrupación estaba compuesta por Leonel Hernández (voz y guitarra), Josué García (bajo), Hugo Hernández (guitarra) y Eduardo Hernández (batería).
El lugar de encuentro habitual de estos jóvenes músicos era la Universidad de San Carlos, donde cursaban sus estudios y, al mismo tiempo, forjaban las bases de su futuro en la música. La fusión de sus sueños y el talento desbordante pronto los catapultó a los escenarios locales, destacándose por su estilo único y poderosos shows en vivo.
El Tambor de la Tribu rápidamente conquistó una base de fans leales, llenando cada espacio donde se presentaban. Con guitarra en mano y letras que resonaban con la juventud guatemalteca, la banda comenzó a atraer la atención de las discográficas locales, lo cual los dejó a las puertas de una carrera profesional.
En 1997, el grupo lanzó su primer álbum, "Tiempos". Este disco marcó un hito significativo y consolidó su lugar en la escena musical guatemalteca. Las canciones "Abrazar la Niebla" y "El Último Vagón" se convirtieron
Ver BiograFia Completa
Onder de groene hemel in de blauwe zon
speelt het blikken harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch.
En we praten en we zingen en we lachen allemaal,
want daar achter de hoge bergen
ligt het Land van Maas en Waal
Ik loop gearmd met een kater voorop.
Daarachter twee konijnen met een trechter op hun kop.
En dan de grote snoeshaan, die legt een glazen ei.
Wanneer je het schudt dan sneeuwt het op de Egmondse Abdij.
Ik reik een meisje mijn koperen hand,
dan komen er twee Moren met hun slepen in de hand.
Dan blaast er de fanfare ter ere van de schaar,
die trouwt met de vingerhoed, ze houden van elkaar.
En onder de purperen hemel in de bruine zon
speelt nog steeds het harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch
En we praten en we zingen en we lachen allemaal,
want daar achter de hoge bergen ligt het Land van Maas en Waal.
We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt,
die had ons in zijn bed en de provisiekast betrapt.
We staken alle kerken met brandewijn in brand,
't is koudvuur, dus het geeft niet en het komt niet in de krant.
Het leed is geleden, de horizon schijnt
wanneer de doden dronken zijn en Pierlala verdwijnt.
Dan steken we de loftrompet en ook de dikke draak
en eten 's avonds zandgebak op het feestje bij Klaas Vaak.
En onder de gouden hemel in de zilveren zon
speelt altijd het harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
de stoet voorgoed de bergen in van het circus Jeroen Bosch.
En we praten en we zingen en we lach-ahahahaa,
het Land van Maas en Waal,
van Maas en Waal, van Maas en Waal,
van Maas en Waal, van Maas en Waal.